Frans Hals : wat maakte hem zo bijzonder uniek?

Frans Hals

Frans Hals heeft voor het eerst sinds 35 jaar een erepodium in Amsterdam. Daar toont het Rijksmuseum liefst 48 portretten van deze flamboyante schilder. De expositie is te zien vanaf 16 februari tot en met 9 juni 2024. Ik nam alvast een kijkje.   

Feestmaal van de officieren van de St. Jorisschutterij, ca. 1627, Olieverf op doek, 179 × 257,5 cm, Frans Hals Museum, Haarlem (OS I-110)
Feestmaal van de officieren van de St. Jorisschutterij, ca. 1627, Olieverf op doek, 179 × 257,5 cm, Frans Hals Museum, Haarlem (OS I-110)

Op elke doek van Frans Hals (Antwerpen 1582/83 – Haarlem, 26 augustus 1666) zie ik lachende mensen. Toch schilderde hij bijna alle geëxposeerde werken tijdens  de 80-jarige oorlog (1568-1648). Zelfs bij de schutters spat de vrolijkheid van het doek.

Frans Hals, een bourgondische levensgenieter

Tijdens het beleg van Antwerpen (1584-1585) vluchtte het gezin Hals naar Haarlem. Frans was toen ongeveer drie jaar. Daar raakte hij rond zijn 30e wereldberoemd dankzij zijn schutters-en regentenstukken. ‘’Tot in de jaren 40e moet het hem financieel niet slecht zijn vergaan’’, schrijft Jaap van der Veen in de publicatie Frans Hals.
Later klopte hij aan bij de Nederduitse Hervormde Gemeente van Haarlem voor financiële steun. Wellicht was hij te veel een Bourgondiër. ‘’Frans was gemeenlyk allen avond tot de keel toe vol met drank,’’ schreef Arnold Houbraken in 1719.

Frans Hals, De lachende cavalier, 1624, Olieverf op doek, 83 × 67,3 cm, The Wallace Collection, Londen
De lachende cavalier, 1624, Olieverf op doek, 83 × 67,3 cm, The Wallace Collection, Londen

Frans Hals en de lach

Een van de mooiste doeken van de expositie vind ik De Lachende Cavelier. Het  werk bevat veel kleur. Boeiend vind ik het spel tussen licht en donker. Kenmerkend voor Hals is ook de houding van een ietwat gebogen rug met de hand in de zij.
Hals schilderde met lef door de ernst van het toenmalige tijdsbeeld te doorbreken. ‘’Gij moet maar stout toesmeeren’’, leerde hij zijn leerlingen. Door mensen breed lachend af te beelden was hij zijn tijd ver vooruit.
’Hals was een van de eerste schilders die glimlachende en lachende personen afbeeldde. Het woord voor glimlachen en lachen was destijds nog niet bekend. Het werd vaak als niet heel netjes ervaren, vooral voor volwassenen,” vertelt junior conservator Tamar van Riessen.

Frans Hals Portret van een stel, waarschijnlijk Isaac Abrahamsz Massa en Beatrix van der Laen, ca. 1622, Olieverf op doek, 140 × 166,5 cm, Rijksmuseum, Amsterdam
Portret van een stel, waarschijnlijk Isaac Abrahamsz Massa en Beatrix van der Laen, ca. 1622, Olieverf op doek, 140 × 166,5 cm, Rijksmuseum, Amsterdam

Haast levensecht

Zijn portretten lijken te leven. ‘’Ze schijnen asem van haer te gheven en de te leven’’ schreef dichter Theodorus Schrevelius (1572-1649). Ver voor de uitvinding van de camera (1826) maakte Frans Hals bijna fotografische portretten.
Hij schilderde niet glad en strak zoals zijn tijdgenoten. Zijn penseelstreken dansen als het ware op het doek. Toch is het vooral de lach die mij in zijn werken raakt. Om haar uit te beelden moet je lef hebben.
Als iemand lacht dan verandert zijn gezicht voortdurend. Dankzij zijn losse toets schilderde Hals razendsnel. ‘’Alsof hij zijn model heeft vastgelegd in dezelfde seconde dat deze in lachen uitbarstte’’, lees ik op een muur.

Een schutter die een berkenmeier vasthoudt, bekend als ''De vrolijke drinker.'' Ca 1629, OLieverf op doek, 80 x 66,5 cm, Collectie Rijksmuseum Amsterdam
Frans Hals, Een schutter die een berkenmeier vasthoudt, bekend als ”De vrolijke drinker.” Ca 1629, OLieverf op doek, 80 x 66,5 cm, Collectie Rijksmuseum Amsterdam

Zijn losse toets

Frans Hals is de meester van de losse toets. Met een paar penseelstreken schilderde hij een portret dat lijkt te bewegen. Van dichtbij doet het chaotisch aan. Alles lijkt zelf uit elkaar te spatten. Verder van het doek verwijderd vormt het toch een geheel. Het is een spel met illusie. Zoals ik dat ook zie bij ‘’De vrolijke drinker.’’
Van heel andere orde zijn de regenten-en schuttersstukken (bruikleen Frans Hals Museum Haarlem). Deze zijn maar liefst 23 meter lang. De compositie doet ongedwongen aan dankzij de verschillende houdingen van de schutters.

Malle Babbe was de titel van dit werk en wees op een zotte vrouw, nu te zien in het Rijksmuseum
Jonge vrouw (‘La Bohémienne’), ca. 1632, Olieverf op paneel, 58 × 52 cm, Musée du Louvre, Parijs, Département des Peintures (MI 926)
Jonge vrouw (‘La Bohémienne’), ca. 1632, Olieverf op paneel, 58 × 52 cm, Musée du Louvre, Parijs, Département des Peintures (MI 926). Het schilderij inspireerde Rob de Nijs tot zijn hit Malle Babbekom. Daarbij verwarde hij de naam van dit doek met het echte portret van Malle Babbe. Te zien in het Rijksmuseum.

Verder verdiepen

Wist je dat?

Wist je dat er online de Frans Hals Ontdekkingsreis bestaat? De geniale streken van Frans Hals, zoomt in op leven en werk met verhalen en ultrahoge resolutiebeelden. Dit in navolging van de succesvolle website Dichter bij Vermeer.
De ontdekkingsreis neemt je mee naar de 17e eeuw. Het heeft 2 functies. Je kan het zien als een voorbereiding op de tentoonstelling. Het is ook een mooi middel voor mensen die niet naar het museum kunnen komen om wat voor reden dan ook. Je komt van alles te weten over Frans Hals. Wie was hij? Waar kwam hij vandaan? Wat schilderde hij, waarom en vooral hoe?

Kijk voor meer informatie op de website over Frans Hals in het Rijksmuseum

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *