Stichting veteranen kunst werd opgericht op 9 november 2007. Leden zijn veteranen die kiezen voor creativiteit als communicatiemiddel naar de maatschappij en als verwerkingstherapie. Wat gaat er in hem om? En hoe verwerken ze hun emoties? Ik sprak met enkelen van hen.
Nederland kent anno 2020 ongeveer 115.000 veteranen. Wereldwijd zetten ze zich in voor bedreigde burgers. Volgens stichting Vluchteling zijn er anno 2020 bijna 80 miljoen op de vlucht voor oorlog en geweld.
Op 19 augustus zette het Veteraneninstituut het licht voor dit artikel op groen. Frans Janssen zou optreden als coördinator naar de diverse kunstenaars. Een paar dagen later stapten Peter en ik binnen bij Frans Janssen
Veteranen en kunst: FRANS JANSSEN
Soms zeg je zomaar spontaan ‘ja’ tegen iets zonder de gevolgen daarvan te doorzien. Dat overkwam in 1981 ook de dienstplichtige 18-jarige soldaat Frans Janssen. ‘Ik wist niet waaraan ik begon’, zegt hij tegen me.
Samen met Peter zit ik in zijn huiskamer. Aan de muur hangt een enorm doek van een ijsbeer. Binnen in het beest zie je vaag de contouren van Frans. Ik zie het als een camouflagepak. Van binnen is Frans Janssen zacht, maar als oud-militair is hij stoer.
Van kinds af aan koesterde Frans Janssen een fascinatie voor militairen. Zijn moeder vond het prachtig. Zijn vader mopperde: ‘’Nederlanders zijn de meest waardeloze militairen en daar wil jij bij horen?’’
Na zich te hebben aangemeld voor Libanon kreeg hij opeens waardering. ‘’Aan mijn blauwe koord, sjaal en baret zagen ze dat ik op vredesmissie gezonden zou worden. Ze staken hun duim omhoog. Vonden me dapper. Door al die lof groeide mijn ego enorm.
Totdat ik mijn vriendinnetje ging ophalen van haar werk. Haar baas vroeg of ik hartstikke gek was geworden. Hij zei: ‘’Je hebt een fijn leven inclusief een leuke vriendin. Waarom ga je dan op een vulkaan wandelen?’’
Veteranen: Libanon
Frans werd in 1963 geboren in Tienray, een klein dorpje vlakbij Venray. ‘’Daar voelde ik me een rare observant. Het was me te klein. Ik wilde weg, maar had nog nooit in een lijnvliegtuig gezeten. Nu ging ik regelrecht naar Libanon.’’
Wat raakte hem het meest, wil ik weten. ‘’Het was chaos. Aan alles was gebrek. Maar wat me het meest raakte? In elke levensfase kijk ik anders naar Libanon. Ik blijf me verbazen over wat ons jongens bezielde.’’
Als schilder werkt hij graag in series. Zo maakte hij een boekje met 77 keer een neergestorte bommenwerper. Nu werkt hij aan een serie van militairen en dieren. ‘’Niet aan elkaar uiten soldaten hun gevoelens, maar wel aan dieren. Afgelegen plaatsen kunnen soms ontaarden in een beestenboel. De een heeft een geit, de ander een gans, of zelfs een beer. In Libanon hadden we een hond en een kat.’’
Soms komen herinneringen aan Libanon opeens terug. ‘’Laatste was ik in het Militair Museum in Soesterberg. Er lag een ontstekingsmechanisme van een struikeldraadlichtsein. In de ochtend moest ik deze in Libanon ontgrendelen met de punt van een veiligheidsspeld. Een uiterst riskant werkje, want als je er een fractie naast zat, dan kon de hele boel in je gezicht ontploffen.’’
Veteranen en kunst MAJOOR JOS GELISSEN, Bosnië
Na het bezoek aan Frans Janssen gaan Peter en ik naar de bibliotheek. Daar ligt voor me klaar het boek ‘De gijzeling’ (mijnbestseller.nl ISBN 9789461933454) van Jos Gelissen (1956).
Majoor Jos Gelissen was als militair waarnemer van de Verenigde Naties (VN) van 4 mei tot 4 november 1995 in Sarajevo. Hij had zich als vrijwilliger gemeld vanuit de gedachte iets ‘in die verschrikkelijke oorlog’ te kunnen betekenen. ‘’Hetgeen achteraf een grote fout bleek’’, lees ik in zijn in 2012 gepubliceerde boek. (Zie voor recensie de link onderaan dit artikel).
Sarajevo
Na een bliksemopleiding in Zagreb werd Gilessen geplaatst in het Servische gedeelte van Sarajevo. Vroeger stond de plaats ook wel bekend als het Europese Jerusalem. Moslims christenen en joden leefden er vreedzaam samen.
Nu is het evenals Srebrenica de hel. Bijna alle huizen zijn kapot geschoten. ‘’Ze hadden geen ruiten meer en het meubilair was kapot of verbrand,’ schreef’ Jos. Na NAT0-bormbardeemten worden Jos en zijn team door de Serven gegijzeld als leven schild tegen de luchtaanvallen. Pas na een maand komen ze vrij.
Veteranen en kunst: HENK MENNINGA
In het weekend belt veteraan Henk Menninga (1926) mij op. Op 1 januari 1946 vertrok hij naar Indië als lid van de Binnenlandse Strijdkrachten van Groningen. Vanaf 2 november 1945 gold er een landingsverbod op Java en Sumatra voor Nederlandse troepen. ‘’We mochten Nederlands-Indië niet in en weken uit naar Soerabaja waar we op 29 maart 1946 aankwamen. Alles lag in puin.’’Tijdens de 1e politionele actie (21 juli – 5 augustus 1947) was Menninga dagelijks op patrouille. Het meest trof hem de armoede. ‘’Ze droegen lompen en kinderen hadden helemaal geen kleren aan. Drinkwater, medicijnen en eten was er niet. Wij zorgden ervoor dat dat er allemaal kwam.
Mensen aan de andere kant van de demarcatielijn staken naar ons over. Vanaf Madoera staken ze op vlotten over naar Soerabaja. ‘’
Thuis weer moeilijk wennen
Na drie jaar Indonesië keerde Menninga in 1948 terug. Hij ging weer aan de slag in zijn oude vak als tekenaar bij een machinefabriek. ‘’Dat was een moeilijke tijd. Ik kon niet meer wennen. Het duurde liefst vier jaar voordat ik weer helemaal geacclimatiseerd was.’’
Van oude zwart wit foto’s maakte hij zijn schilderijen over de tijd in Indonesië. Al dertig jaar gaat hij elke woensdagavond naar schilderclub Pictura in Delfzijl. Zijn specialiteit zijn landschappen en stillevens. Ook is hij voorzitter van de Stichting Indië monument Appingedam.
Prangende vragen
Frans Janssen kijkt me aan. ‘’Is iedere kunstuiting van een veteraan, veteranenkunst?’’, vraagt hij. ‘’Voor mij is veteranenkunst vooral vanuit een doorleefd gevoel het verbeelden van de missie. Of met creativiteit een opgelopen oorlogstrauma verwerken,’’ antwoord ik.
‘’Moet veteranenkunst altijd gaan over zijn of haar missie ?’’ Ik antwoord, dat dat volgens mij niet hoeft. Ik vind het vooral belangrijk om de buitenwereld de missie te laten zien. Opdat er meer begrip voor de veelbewogen belevenissen van de vrijwilligers.
Volgens veteraan Ben Drijver (1942) noemt het anders. ‘’Veteranenkunst is beleving, emotie en gedrevenheid die een weg zoekt om op doek , een beeld, muziek enz. Dit vaak zonder opleiding gevolgd te hebben.’’
Oorlogsveteranen en kunst: BEN DRIJVER
Het voordeel van de twijfel geef ik de grappige figuratieve kust van Ben Drijver (1942). Zijn inspiratiebron is de kunst van de Papoea’s. Ben belt me op en wil ook zijn verhaal kwijt. In 1961 trok hij als negentienjarige naar Nieuw Guinea. Soekarno wilde Nieuw Guinea zo snel mogelijk inlijven inclusief de Papoea’s.
Minister Luns wilde dit laatste stukje in de Oost vasthouden. ‘’De grond zat er vol metalen. Kobalt, koper, noem maar op. Zonder Nieuw Guinea zouden wij geen internet en telefoon hebben. Nog steeds zit het land vol bodemschatten.’’
Gevraagd naar zijn eerste indrukken antwoordt hij: ’Het land was enorm vochtig. We zagen een strook groen oerwoud en noemden dat boerenkool. Het was onherbergzaam. En het stikte er van de muskieten.’’
Niet lullen maar poetsen
Vanaf 1 januari tot 1 maart 1961 vonden er rechtstreekse parlementsverkiezingen plaats voor de Nieuw Guinea Raad. Op 1 december 1961 kreeg Nieuw Guinea een eigen Papua volkslied: ‘Hai Tanahku Papua.’’
In 1962 gaf Luns de strijd op onder druk van de internationale gemeenschap. Ben Drijver keerde terug naar huis met de pest in zijn lijf. ‘’Volgens mij hadden wij de Papoea’s in de steek gelaten. Ik kon alleen nog maar vloeken.’’
Zijn vader riep hem tot de orde. ‘’Tijdens de tweede wereldoorlog maakte hij de het bombardement van Rotterdam mee en de slag om de Grebbeberg. Daarover sprak hij nooit.
Nu zei hij dat ze allemaal blij waren, dat ik levend was thuisgekomen. Er stond een ereboog klaar plus ontvangstcomité. Ik moest niet lullen maar poetsen Kortom: ik moest het leven oppakken.’’
Veteranen zijn vaak ontwikkelingswerkers
Nieuw Guinea heeft Ben veranderd. ‘’Net zoals alle veteranen die op missie zijn geweest. Ook door de angst die ik zag, maar ook door willekeur, repressie, misbruik en hebzucht van het westen wegens de rijke bodemschatten.
Met eigen geld doen veteranen zo goed en zo kwaad als het kan ontwikkelingswerk. In Doesburg geeft een veteraan die al meer dan 20 jaar ondersteuning. Hij bracht vier ton bij elkaar voor een kraamkliniek bij de Wisselmeren van 4 ton. Een wereldprestatie. Hij schreef er zelfs een boek over, over al het wel en wee in al die jaren daar. ZO zijn veteranen.’’
Veteranen en kunst, verder lezen genieten en onder de indruk raken
- Kunstgalerie van Stichting Veteranen Kunst (SVK);
- Over Frans Janssen en zijn veteranenkunst;
- Amanda Jansen (Australië 1983). Van 2007-08 en in 2009 was ze in Afghanistan. In 2010 kwam ze in de ziektewet wet wegen PTTS. In 2015 werd ze officieel dienstslachtoffer en verliet ze de militaire dienst.
- Op zijn 78e voelt veteraan Ben Drijver zich nog steeds betrokken bij de Papoea’s. Jaarlijks staan ze tijdens de viering bij het Indië-monument, maar worden nauwelijks erkend. Afgelopen jaar werden er 326 Papoea’s vermoord. Daarover horen we bijna niets, evenmin over het feit dat ze no steeds worden uitgebuit.
- Henk Menninga, ondanks de verschrikkingen van Soerabaja bleef zijn hart open staan voor de liefde;
- Voor de uitbraak van de pandemie in 2020 stonden veteranen in de schijnwerper wegens 75 jaar vrijheid. Corona leidde tot het niet doorgaan of verzetten van de meeste vieringen. Wel verschenen er diverse oorlogsboeken. Ik schreef een recensie over Cocky en de impact van het bombardement in Rotterdam. Aan het eind geef ik tips voor andere boeken over 1940-1945.
- Website van Jos Gelissen.
- Veteranen die met kunst maken hun trauma’s verwerken, met recensie van het boek De Gijzeling van Jos Gelissen.
Wist je dat?
Wist je dat Koningin Maxima op 15 juli 2020. de Stichting Veteranen Kunst bezocht? Jos Gelissen en Frans Janssen lieten hun werk zien. Tijdens het bezoek zei Gelissen: “Ik vind het een eer om hier te staan. Het maken van deze kunstwerken heeft mij enorm geholpen met het verwerken van mijn PTSS (posttraumatische stressstoornis). De presentatie hiervan aan Koningin Maxima is voor mij een fantastische afsluiter van deze hele periode. Met dit schilderij wil ik vooral iedereen meegeven, niet alleen veteranen, dat het niet erg is om te zeggen dat het niet goed gaat, zoals te lezen op dit kunstwerk ‘It’s perfectly okay to admit you’re not okay.”
Kunstenaar Frans Janssen legde uit wat het maken van kunst voor hem betekent: “Het is een eer om hier te staan. Ik sta hier niet voor mezelf, maar voor alle veteranen. Kunst is voor mij een manier om mijn verhaal te blijven vertellen. Een missie blijft centraal staan in je leven, dat besef kwam jaren later pas. Met dit kunstwerk, dat vrij recent is, vertel ik nu het verhaal van mijn missie.”
Zie voor meer kunst van veteranen en informatie de website van de Stichting Veteranenkunst.
Soms schrijf ik over levensthema’s, bijvoorbeeld over wat ketamine met je doet.
Regelmatig schrijf ik over kunst. Dat leidt tot vele uitnodigingen. Zoals voor de opening van de expositie Flash/Back in het Mauritshuis. Hiervoor lieten zestien fotografen zich inspireren door eeuwenoude meesterwerken. De expositie werd geopend door Koning Willem-Alexander. Ze vond plaats op 1 juni 2022 ter ere van de 200e verjaardag van het Mauritshuis.
Mooie interviews door Marianne Visser – van Klaarwater raken mij steeds omdat zij mensen, in dit geval de oorlogs-veteranen een stem geeft. Ze steunt door haar blog deze groep, veelal in de steek gelaten strijders. Mijn inmiddels overleden papa was Indonesië veteraan en zijn houten snijwerk bewaar ik zorgvuldig. Wij, zijn kinderen begrepen hem niet altijd maar voelden wél aan hoe belangrijk deze hobby was. Veel later bleek, het was een uitlaatklep geweest. Luisteren is een kunst, Marianne voelt ook zonder woorden de mensen aan en schrijft ze vervolgens wel op papier, heel mooi dat door haar voor dit onderwerp aandacht is gegeven, Dank, Riny
Dank je wel Riny. Ik houd van mensen en geef ze graag een stem. Wat zal jouw vader veel meegemaakt hebben. Heel mooi dat hij dit verwerkte door het maken van houten snijwerk. Wat zal je dat dierbaar zijn. Lieve groet en graag gedaan, Marianne